We do not use cookies of this type.
Some of the data collected by this provider is for the purposes of personalization and measuring advertising effectiveness.
We do not use cookies of this type.
Onze indruk
De plannen bevatten weinig tot geen verrassingen en zijn behoudend. Op zich niet onverwacht voor een dubbel-demissionair Kabinet. Wel wordt een aantal knelpunten in de bestaande wetgeving opgelost en worden onwenselijke structuren gerepareerd. NB. In oktober zijn er nieuwe verkiezingen. Politieke partijen zullen zich willen profileren. De laatste maanden van het jaar kunnen daarom zomaar fiscaal onrustig worden met vele (onverwachte), diep in de nacht afgehamerde, amendementen.
___________________________________________________________________________
Wij hebben de belangrijkste maatregelen van het Belastingpakket 2026 en overige wijzigingen per 2026 voor je samengebracht in een beknopt overzicht.
In box 1 (inkomen uit werk en woning) worden de tarieven als volgt aangepast:
Het box 2 tarief (inkomen aanmerkelijk belang) in 2026 bedraagt 24,5% over inkomen tot €68.843 (fiscaal partners €137.686) en 31% voor inkomen boven €68.843 (€137.686).
Het box 3-tarief blijft 36%. Het heffingsvrij vermogen in box 3 wordt van EUR 57.684 (fiscaal partners: EUR 115.368) verlaagd naar EUR 51.396 (EUR 102.792).
De huidige wettelijke box 3-heffing vindt plaats op basis van forfaitaire rendementen (2025): bankrekeningen 1,44%, overige bezittingen 5,88% en schulden 2,62%.
Het plan is om het forfaitaire rendement voor overige bezittingen te verhogen naar 7,78% (!).
Met deze verhoging zal het vraagstuk “beleggen in privé (box 3) of via de eigen BV” aan het einde van het jaar weer actueel(er) worden. Over de duim genomen zal het tot een verwacht rendement van ca. 6/7% voordeliger zijn om te beleggen in de BV. Voor rendement daarboven wordt box 3 gunstiger (dit geldt echter alleen tot 2028). Een goed antwoord op deze vraag hangt uiteindelijk mede af van de samenstelling van het totale vermogen. Voor de volledigheid melden wij dat jaarlijks de keuze kan worden gemaakt om in box 3 te kiezen voor belastingheffing op basis van het werkelijke rendement op het vermogen (voordelig als dit lager is dan de forfaitaire berekening).
Tip: Bekijk je vermogenspositie en samenstelling daarvan kritisch voor het einde van het jaar. Wellicht is het bijv. mogelijk om slim te plannen met een eigenwoninglening door deze naar box 3 te verplaatsen of om vermogen onder te brengen in een BV.
Met ingang van 2026 geldt voor alle werknemers met een 30%-regeling, dat over het loon tot aan de Balkenendenorm (2025: EUR 246.000) de 30%-belastingvrije vergoeding kan worden berekend. Boven de Balkenendenorm geldt de 30%-regeling niet.
Met ingang van 1 januari 2027 wordt de 30%-belastingvrije vergoeding verlaagd van 30% naar 27%. Voor werknemers met een 30%-regeling van vóór 2024 blijft het 30%-percentage gedurende de looptijd gelden. Voor de jaren 2025 en 2026 geldt de belastingvrije vergoeding van maximaal 30%.
De keuze voor partiële buitenlandse belastingplicht in de aangifte inkomstenbelasting van werknemers met een 30%-regeling is per 1 januari 2025 komen te vervallen. Partiële buitenlandse belastingplicht houdt in dat in de boxen 2 en 3 belastingheffing plaatsvindt op basis van de regels voor buitenlands belastingplichtigen. In de praktijk betekent dit veelal dat in deze boxen geen belastingheffing plaatsvindt. Werknemers met een 30%-regeling van vóór 2024 kunnen nog tot uiterlijk 31 december 2026 gebruik blijven maken van deze keuze in de aangifte.
Tip: anticipeer nog voor het einde van 2025 op de genoemde wijzigingen en het aflopen van de overgangsregelingen. Denk aan het uitbetalen van bonussen in 2025. Ook is het zaak om te bekijken of vermogen anders moet worden gestructureerd omdat het kan zijn dat er door het vervallen van de partiële buitenlandse belastingplicht substantieel meer belasting moet worden betaald in de boxen 2 en 3.
De lucratief belangregeling belast beloningen van werknemers in de vorm van participaties (o.a. aandelen/certificaten) in het bedrijf van de werkgever met een bovengemiddeld rendement (hefboom). De heffing vindt plaats in box 1 of box 2 (participatie gehouden via een BV met 95% doorstootverplichting).
Er wordt een maatregel voorgesteld om de box 2-route minder aantrekkelijk te maken, waarmee de box 2-heffing meer richting het box 3-tarief (36%) gaat. Dit gebeurt door een multiplier toe te passen op het behaalde inkomen in box 2. Hierdoor wordt het effectieve tarief 28% of36%. De belastingplichtige moet dit overigens zelf aangeven in de aangifte inkomstenbelasting.
Tip: Overweeg als werkgever het geven van bonussen in plaats van aandelen/certificaten. Bonussen zijn onder voorwaarden (deels) aftrekbaar. Aandelen/certificaten zijn dat niet. Dit is eenvoudiger en geeft minder discussie met de Belastingdienst.
Het toekennen van aandelenopties kan een aantrekkelijk instrument zijn om werknemers te binden. Op dit moment worden werknemersopties belast wanneer deze verhandelbaar worden of op het moment van uitoefening van de optie(keuze). De heffing vindt plaats in box 1 (via de werkgever wordt loonheffing ingehouden). Voorstel is om per 1 januari 2027 de regeling voor innovatieve startups en scale-ups aantrekkelijk te maken door:
Per 2026 is er geen verschil meer in privébijtelling bij werknemers met een nieuwe elektrische auto en niet-elektrische auto: allebei 22% bijtelling.
Per 1 januari 2027 betalen werkgevers een eindheffing van 12% over de cataloguswaarde van fossiele brandstofauto's van de zaak die ook privé worden gebruikt (er geldt een overgangsregeling voor bestaande wagenparken).
De leegwaarderatio is niet meer van toepassing bij onzakelijk handelende gelieerde partijen. Dit geldt zowel voor zowel de inkomstenbelasting als de successiewet.
De startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting gaat vanaf 2026 gelden voor woningen tot een waarde van € 555.000.
Zoals aangekondigd in het Belastingplan 2025 gaat het tarief voor de overdracht van woningen die niet als hoofdverblijf dienen per 1 januari 2026 van 10,4% naar 8%.
Tip: Wacht indien mogelijk met passeren tot 2 januari 2026 voor de overdracht van een tweede woning/vakantiewoning.
Per 1 januari 2026 verdwijnt het verlaagde BTW-tarief voor logies, uitgezonderd de camping van Henk & Ingrid. Voor kunst, cultuur en sport blijft het verlaagde BTW-tarief van 9% van toepassing.
Onder de huidige wetgeving is het mogelijk om een woning grondig te verbouwen en de BTW direct terug te vragen als de woning kort met BTW wordt verhuurd (bijv. short-stay: belast met 9% BTW). Per 1 januari 2026 worden omvangrijke verbouwingen 5 jaar gevolgd. Stopt de BTW-belaste verhuur bijv. na jaar 1, dan wordt de BTW-aftrek gecorrigeerd.
De beperking van de toepassing van de BOR (schenk- en erfbelasting) en doorschuifregeling (inkomstenbelasting) gaat zoals aangekondigd in het Belastingplan 2025 alleen gelden voor gewone aandelen in een BV bij een belang vanaf 5%. Deze maatregel treedt pas in na goedkeuring van de verruimende maatregelen voor familiebedrijven door de Europese Commissie.
In het Belastingplan 2025 is ook de versoepeling van de voortzettingseis van vijf naar drie jaar aangekondigd. Dit is al ingegaan op 1 januari 2025.
De maatregelen om oneigenlijk gebruik van de BOR tegen te gaan zoals toepassing van de BOR op zeer hoge leeftijd en het dubbel toepassen van de BOR gaan in per 1 januari 2026.
Naar aanleiding van rechtspraak wordt de schenk- en erfbelasting aangepast. Als bij ontbinding van de huwelijksgemeenschap meer dan 50% van de gemeenschap toekomt aan één van de echtgenoten is over het meerdere schenk- of erfbelasting verschuldigd. Er geldt overgangsrecht als dit is overeengekomen vóór 16 september 2025. Het overgangsrecht vervalt bij wijziging van het aandeel na deze datum.
Biologische kinderen worden voor de schenk- en erfbelasting gelijkgesteld met juridische kinderen.
De aangiftetermijn voor het doen van aangifte erfbelasting wordt verlengd van 8 naar 20 maanden. Vanaf dat moment is ook pas belastingrente verschuldigd.
Schenkingen binnen 180 dagen vóór het overlijden worden niet meer als schenking aangemerkt maar als verkrijging krachtens erfrecht. Er is dus geen aangifte schenkbelasting meer nodig.
Wil je uitgebreider worden bijgepraat over de belastingplannen en wijzigingen per 2026 of wil je weten of er fiscaal moet worden “bijgestuurd”? Neem dan contact met ons op. Wij informeren je over wat de plannen en wijzigingen voor jou kunnen betekenen in privé of voor jouw onderneming.
blijf op de hoogte
Alle laatste ontwikkelingen direct in je mailbox? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
Wielingenstraat 133
4e verdieping
1441 ZN Purmerend
James Wattstraat 100
6e verdieping
1097 DM Amsterdam
Max Euwelaan 55
2e verdieping
3062 MA Rotterdam
Wil je op de hoogte blijven? Meld je aan voor onze nieuwsbrief!