Transfer pricing en btw: lessen uit het Arcomet-arrest voor bedrijven in transitie

In één oogopslag

Bedrijven die intern kosten en vergoedingen verdelen – of dat nu gaat om management fees, shared services of succes fees bij herstructureringen en overnames – moeten zich realiseren dat dit niet alleen voor de winstbelasting van belang is. Ook de btw kijkt mee.

Het Europese Hof van Justitie heeft in september 2025 in de zaak Arcomet bevestigd dat transfer pricing-correcties gevolgen hebben voor de btw, zodra er een contractueel kader en een rechtstreeks verband bestaat tussen de dienst en de vergoeding. Dat geldt ook wanneer de vergoeding onzeker is of afhankelijk van een uitkomst, zoals bij succes fees.

De kernboodschap voor bedrijven – groot en klein – is dat wat je in transfer pricing corrigeert, óók in de btw moet worden verwerkt. Wie dit nalaat, loopt risico op naheffingen en boetes. Wie het wél goed organiseert, laat zien dat hij ‘in control’ is en kan onverwachte verrassingen voorkomen.

___________________________________________________________________________

Transfer pricing en btw: het klinkt als een technisch thema voor fiscalisten. Maar na het recente Arcomet-arrest (C‑726/23) van het Hof van Justitie, uitgesproken op 4 september 2025, is duidelijk dat dit onderwerp álle bedrijven raakt – van grote multinationals tot MKB-ondernemingen. Het arrest maakt helder dat interne verrekeningen niet alleen in de vennootschapsbelasting, maar óók in de btw hun sporen nalaten. En juist in situaties waar de vergoeding onzeker is, zoals bij succes fees rond een herstructurering, herfinanciering of overname, komt dit scherp naar voren.

Transfer pricing gaat verder dan grote concerns

Transfer pricing wordt vaak in verband gebracht met multinationals en hun internationale dochters. Toch komt het net zo goed voor bij kleinere bedrijven. Een moeder die diensten levert aan een buitenlandse dochter, of zustermaatschappijen die kosten delen – het zijn transacties die zakelijk moeten worden vastgesteld. Als er achteraf een correctie volgt, raakt dat niet alleen de winstbelasting, maar ook de btw.

Het MKB: kwetsbaar maar niet buitenspel

Voor het MKB zijn de uitdagingen vaak groter. Correcties worden handmatig in Excel verwerkt of via losse boekingen. Het risico dat er iets wordt gemist is daardoor aanzienlijk. De opkomst van e-facturatie maakt dat nog zichtbaarder: de fiscus ziet direct afwijkingen. Een vergeten btw-correctie kan leiden tot naheffingen en rente, zelfs als de intentie correct was.

Het arrest Arcomet: btw en TP onlosmakelijk verbonden

In de zaak Arcomet stond de vraag centraal of betalingen op basis van de TNMM-methode, een veelgebruikte transfer pricing-aanpak, btw-plichtig kunnen zijn. Het Hof van Justitie oordeelde dat dit inderdaad het geval kan zijn: zodra er een contractueel kader en een rechtstreeks verband bestaat tussen een dienst en de vergoeding, is btw aan de orde. Het maakt niet uit dat de vergoeding onzeker is of pas achteraf wordt vastgesteld. Zelfs wanneer in bepaalde jaren geen betaling plaatsvindt, kan de btw-kwalificatie overeind blijven.

Een concreet voorbeeld: succes fees bij een overname

Stel dat een groep bedrijven een adviseur inschakelt voor een herstructurering of een herfinanciering. De vergoeding is vormgegeven als een succes fee: pas bij een geslaagde deal wordt een percentage van het resultaat betaald. Zo’n succes fee is onzeker en afhankelijk van de uitkomst, maar volgens het Arcomet-arrest kan dit tóch worden aangemerkt als een btw-belaste dienst. Dat betekent dat de btw moet worden meegenomen, ook al is de betaling onzeker of fluctueert met de uitkomst.

Wat betekent dit voor bedrijven?

De boodschap van Arcomet is duidelijk: corrigeer je iets in transfer pricing, dan heeft dat ook gevolgen voor de btw. Een verhoging van de vergoeding leidt tot een hogere btw-grondslag, een verlaging tot een creditfactuur en correctie van aftrek. Het nalaten van de btw-verwerking opent de deur naar boetes en naheffingen. Voor bedrijven is het dus cruciaal om contracten en processen zo in te richten dat btw en transfer pricing op elkaar zijn afgestemd.

Conclusie

Het Arcomet-arrest maakt duidelijk dat fiscale disciplines niet langer los van elkaar kunnen worden gezien. Of het nu gaat om een standaard management fee of een succes fee bij een herstructurering of overname: zodra er een direct verband is tussen dienst en vergoeding, speelt de btw mee. Voor ondernemingen is dit hét moment om hun processen te herzien en te zorgen dat btw en transfer pricing hand in hand lopen – niet alleen om compliant te zijn, maar ook om verrassingen achteraf te voorkomen.

Wij helpen je graag verder als je nog vragen of opmerkingen hebt. Neem gerust contact met ons op om je te laten adviseren.