Some of the data collected by this provider is for the purposes of personalization and measuring advertising effectiveness.
Some of the data collected by this provider is for the purposes of personalization and measuring advertising effectiveness.
We do not use cookies of this type.
Per 1 juli 2025 gelden twee nieuwe besluiten van de Staatssecretaris van Financiën over de btw-positie van holdings. De wijzigingen volgen met name op uitspraken door het Europese Hof van Justitie, die het huidige Nederlandse beleid onder druk zetten.
Wat verandert er precies, specifiek voor ondernemers met een holdingstructuur? En hoe blijft het mogelijk om de btw-positie optimaal te houden en maken, bijvoorbeeld met een fiscale eenheid btw? In dit artikel leggen we het uit.
Europese lidstaten hebben relatief veel vrijheid om de Europese richtlijnen voor btw en holdings te implementeren. Maar, in een aantal uitspraken gedurende de afgelopen jaren gaf het Europese Hof van Justitie nadere toelichting op de btw-regels voor holdings. Dat betekent dat Nederland het beleid daarop moest aanpassen. Zo sluit het beter aan op de Europese richtlijn.
Het oude beleid bood relatief veel ruimte voor interpretatie. Met de wijzigingen verbetert de helderheid, en daarmee ook de rechtszekerheid. Voor ondernemers betekent dit meer duidelijkheid over de mogelijkheid om btw af te trekken. Daarnaast ontstaat er meer duidelijkheid over het btw-optimaal inrichten van de holdingstructuur en kosten waarmee holdings geconfronteerd worden.
Het oude beleid bood relatief veel ruimte voor interpretatie. Met de wijzigingen verbetert de helderheid, en daarmee ook de rechtszekerheid.
We vergelijken de oude en de nieuwe situatie.
Oude situatie (tot 1 juli 2025)
De holdingresolutie 1991 maakte het mogelijk om ook niet-btw-ondernemers (zoals een ‘moeiende’ holding, door hun beleidsbepalende en sturende rol) op te nemen in een fiscale eenheid. Maar, alleen topholdings konden onderdeel uitmaken van de fiscale eenheid.
Nieuwe situatie (vanaf 1 juli 2025)
Ook tussenholdings met een beleidsbepalende en sturende rol kunnen worden opgenomen in een btw-fiscale eenheid. Let op: tussenholdings moeten daarvoor een schriftelijk verzoek indienen.
Daarnaast verduidelijkt de nieuwe regelgeving de verlengstukvereiste. Aandeelhoudersactiviteiten worden daardoor soms btw-ondernemersactiviteiten, namelijk als ze direct verband houden met economische activiteiten. Er is sprake van ondernemerschap bij bijvoorbeeld een herstructurering, uitbreiding van de activiteiten of verkoop van aandelen voor doorinvestering.
Tip: gaat het om een houdstermaatschappij zonder directe omzet, maar mét strategische invloed? Dan is het misschien mogelijk om fiscaal voordeel te behalen via de btw. Neem contact met ons op, dan toetsen we de situatie.
De veranderde regelgeving per 1 juli 2025 voor btw en holdings verruimt de definitie, voor wie er mag deelnemen aan een fiscale eenheid. Concreet mogen ook tussenholdings onderdeel zijn van de fiscale eenheid, ook als ze geen directe prestaties verrichten. Wel is het belangrijk dat de tussenholding beleidsmatig invloed uitoefent.
Andersom zal een persoonlijke holding meestal buiten de fiscale eenheid vallen. Er geldt een uitzondering als er sprake is van gezamenlijke aansturing. Dat kan bijvoorbeeld via een aandeelhoudersovereenkomst, maar heeft daardoor meer voeten in de aarde.
Door een tussenholding onder te brengen in de fiscale eenheid is het mogelijk om btw-heffing over interne prestaties binnen de groep te voorkomen. Dat levert een direct cashflow voordeel op. Bij RS Finance helpen we graag met de inrichting daarvan, volgens de nieuwe regels en richtlijnen zoals die gelden na de wijziging door de Staatssecretaris van Financiën.
Door een tussenholding onder te brengen in de fiscale eenheid is het mogelijk om btw-heffing over interne prestaties binnen de groep te voorkomen.
Het nieuwe besluit biedt duidelijke richtlijnen voor de btw op kosten, bij een aandelentransactie. Wij zetten op een rij wat er wel en niet aftrekbaar is.
Wel aftrekbaar
Niet aftrekbaar
Zet de aandelentransactie vooraf goed op, om de kans op aftrek van btw te vergroten. Vanuit RS Finance kunnen we daarbij begeleiden. We onderbouwen de btw-aftrekpositie, om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden binnen de nieuwe regeling.
De btw op kosten die direct verband houden met de verkoop van aandelen komt in beginsel niet voor aftrek in aanmerking. Soms zijn kosten echter niet direct toe te rekenen aan het zijn van aandeelhouder (geen ondernemingsactiviteit) en activiteiten die onder (wel) onder de heffing van btw vallen (ondernemingsactiviteiten).
Vanaf 1 juli 2025 is nieuw dat de opbrengst uit de verkoop van aandelen geen deel uitmaakt van een dergelijke gedeeltelijke toerekening indien de aandelentransactie een bijkomstige financiële handeling vormt.
Verkopen vanuit een concern of fiscale eenheid lijken door het nieuwe besluit juist wel te kunnen worden gezien als bijkomstige financiële handeling, waardoor in die gevallen een impact op het aftrekrecht achterwege blijft.
Daarnaast stelt het nieuwe besluit namelijk dat er objectieve en nauwkeurige verdeelsleutels verplicht zijn. Omzet is daarbij niet automatisch de beste maatstaf. Het is bijvoorbeeld mogelijk om gebruik te maken van tijdsbesteding of een kostenverdeling.
In de praktijk kunnen we helpen bij bijvoorbeeld een verdedigbare toerekening van kosten (pro rata berekening) wat als onderbouwing tegenover de fiscus kan gelden.
Het nieuwe besluit is specifiek tot stand gekomen om de rechtspraak van de Europese rechter in te passen in de praktijk. Het is de vraag of het onderscheid tussen transactiekosten die een ondernemer voorafgaand aan de verkooptransactie maakt en kosten die achteraf opkomen relevant en terecht is in het licht van de jurisprudentie van de Europese rechter.
Werkmaatschappij verkopen
Stel dat een holding een werkmaatschappij verkoopt, en de opbrengst investeert in uitbreiding. Wat betekent dat voor de btw?
In de oude situatie werd de verkoop van aandelen vaak aangemerkt als buiten de btw gestelde prestatie. De btw op verkoopkosten zou daardoor niet aftrekbaar zijn. Dat verandert in de nieuwe situatie, per 1 juli 2025.
Het besluit in de nieuwe situatie erkent namelijk dat de verkoop een rechtstreeks, duurzaam en noodzakelijk verlengstuk is van de economische activiteit van de holding. Daardoor is de btw op de verkoopkosten aftrekbaar.
Dus, gaat het om verkoop en wordt er gedacht aan herinvesteren? Goede documentatie van de intentie én een structuur die aansluit op de verlengstukgedachte bieden mogelijkheden. Wij helpen graag om de onderbouwing goed op papier te krijgen.
Tussenholding zonder omzet
In het geval van een tussenholding zonder eigen btw-belaste activiteiten verandert er ook het een en ander. Dat wil zeggen, als de tussenholding een actieve beleids- en managementrol binnen een groep van vennootschappen vervult.
In de oude situatie was het niet mogelijk om de tussenholding op te nemen in de fiscale eenheid btw. Dat is in de nieuwe situatie wel mogelijk, mits er een schriftelijk verzoek wordt ingediend bij de Belastingdienst.
Die wijziging biedt kansen voor het optimaliseren van de interne btw-positie. Wij kunnen beoordelen of de tussenholding voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld. Bovendien kunnen we begeleiden bij het opstellen van het verzoek aan de Belastingdienst.
Vanuit RS Finance helpen we ondernemingen bij de voorbereidingen op de nieuwe regelgeving voor btw en holdings, die per 1 juli 2025 geldt. Daarnaast is het mogelijk om (gedeeltelijk) zelf al een aantal voorbereidingen te treffen.
Wij helpen graag bij zowel het onderbouwen van de aftrek als bij alle andere stappen. Dat geldt vanaf het in kaart brengen van de structuur tot het toetsen van de positie van tussenholdings en het evalueren van geplande transacties.
Benieuwd hoe de nieuwe regelgeving in een specifieke situatie uitpakt?
Of zeker weten dat er optimaal fiscaal voordeel behaald wordt, binnen de mogelijkheden die de beleidswijziging door de Staatssecretaris van Financiën biedt?
Neem contact met ons op, dan vertellen we je graag meer over de mogelijkheden.
Wielingenstraat 133
4e verdieping
1441 ZN Purmerend
James Wattstraat 100
6e verdieping
1097 DM Amsterdam
Max Euwelaan 55
2e verdieping
3062 MA Rotterdam
Wil je op de hoogte blijven? Meld je aan voor onze nieuwsbrief!